Terug naar overzicht

Resistente ziekenhuisbacterie is een groeiende zorg buiten het ziekenhuis 

Waar resistentie tegen carbapenem-antibiotica lange tijd vooral als een ziekenhuisprobleem werd gezien, verschuift de aandacht nu naar een andere bron van zorg: de voedselketen. Steeds vaker worden carbapenemase-producerende bacteriën (CPE) aangetroffen bij dieren en in levensmiddelen in Europa. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) luidt de noodklok in een recent wetenschappelijk advies. 

Wat zijn carbapenemase-producerende Enterobacteriën? 

Carbapenemase-producerende Enterobacteriën (CPE) zijn bacteriën die een enzym (carbapenemasen) kunnen produceren wat bepaalde antibiotica afbreekt. Wanneer de bacterie vervolgens een infectie veroorzaakt, is deze moeilijker te behandelen omdat sommige veelgebruikte antibiotica niet meer werken. Hoe moeilijk dit wordt, hangt af van het ziektebeeld en voor welke typen antibiotica de bacterie nog meer resistent is. Vaak zijn er nog wel alternatieven, maar behandeling wordt complexer en daarom is het beter om besmetting met dit type bacteriën te voorkomen.  

Van ziekenhuis naar voedselketen

Sinds 2011 zijn CPE aangetroffen in 14 van de 30 EU- en EFTA-landen. Waar deze bacteriën eerst vooral in zorginstellingen voorkwamen, zijn ze nu ook gevonden bij varkens, runderen en – in mindere mate – pluimvee. Het gaat daarom o.a. om E. coli, Enterobacter, Klebsiella en Salmonella. EFSA wijst erop dat in sommige gevallen identieke bacteriestammen zijn gevonden bij mensen en dieren. Mogelijk betekent dit dat er overdracht is tussen beide. Directe transmissie via voedsel is nog niet bewezen. 

Een groeiende dreiging 

De toename van geregistreerde CPE-gevallen wijst er mogelijk op dat deze bacteriën zich verder verspreiden en dat het beheersen daarvan moeilijker wordt. In 10 van de 30 landen zijn inmiddels noodplannen opgesteld om de verspreiding van deze resistente bacteriën te kunnen onderzoeken en beheersen. Door EFSA zijn verschillende aanbevelingen gedaan om verspreiding te monitoren en beperken.  

De afdoding van CPE in textielwasprocessen aantonen  

Met het toenemende risico van CPE in de voedselketen – waaronder E. coli als veelvoorkomende drager – wordt het steeds belangrijker om ook in wasprocessen voor bijvoorbeeld bedrijfskleding, beddengoed of andere soorten textiel inzichtelijk te maken of deze resistente bacteriën effectief worden afgedood. 

De DES-controller is een bio-indicator die al tientallen jaren wordt gebruikt om met behulp van een indicator organisme op een veilige en eenvoudige manier de prestaties van een wasproces op het gebied van desinfectie objectief meetbaar te maken. Meestal wordt hiervoor een type DES-controller met de Enterobacteriaceae of de Staphylococcus aureus gebruikt. Gelet op groeiende zorg rondom deze resistente carbapenemase-producerende bacteriën (CPE) kan het verstandig zijn om als aanvulling hierop de DES-controller met Escherichia coli als indicatororganisme mee te wassen.  

Veiligheid voor de gebruiker en omgeving 

Dankzij het robuuste membraansysteem van de DES-controller ondergaat het testorganisme het volledige desinfectieproces, zonder dat er risico is op besmetting van de omgeving. Nadat de DES-controller is mee gewassen, kan deze eenvoudig per post aan Cleaning Consultancy Delft B.V. worden teruggestuurd. In het laboratorium wordt de mate van desinfectie vastgesteld, waarna je een helder rapport ontvangt wat aangeeft of het wasproces aan de gestelde hygiënische normen voldoet. 

Wil je meer weten over de inzet van de DES-controller met E. coli voor wasprocessen? Bekijk dan via onderstaande link hoe eenvoudig je de DES-controller zelf in kan zetten en/of neem contact met ons op voor advies en beschikbaarheid.  

Terug naar overzicht